De rechtbank in Rotterdam doet op vrijdag 21 april uitspraak in de rechtszaak tegen oud-wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui en zes andere verdachten.
Hoofdverdachte in de zaak is De Mos, voormalig lid van de Tweede Kamer. Hij verliet in 2012 de PVV en richtte zijn eigen lokale partij op. Die heette aanvankelijk Groep de Mos en tegenwoordig Hart voor Den Haag. De partij kreeg in 2018 de meeste stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen. De Mos werd wethouder, samen met partijgenoot Rachid Guernaoui.
In 2019 doorzocht de Rijksrecherche de woningen en werkkamers van De Mos en Guernaoui. Ze worden ervan verdacht dat ze bevriende ondernemers hebben geholpen in ruil voor donaties aan hun partij. Zo zouden ze nachtvergunningen hebben geregeld voor horeca-exploitanten en zouden ze gemeentelijke regels hebben willen aanpassen voor vastgoedeigenaren. Daarbij zouden ze ook hun geheimhoudingsplicht hebben geschonden.
Strafeisen
Het Openbaar Ministerie eiste 22 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegen De Mos. Guernaoui moet volgens de aanklager worden veroordeeld tot zestien maanden celstraf, waarvan zes voorwaardelijk. Ook zouden beiden vier jaar lang geen publieke functie mogen bekleden. Oud-gemeenteraadslid Nino Davituliani van de partij kreeg een eis van drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. De Haagse ondernemers Erdinç Akyol, Atilla Akyol, Edwin Jansen, Dennis Buis en Michel Zaadhof hoorden eisen van acht tot twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan vier of zes maanden voorwaardelijk. Alle verdachten zeggen onschuldig te zijn.